Hoofdletters

Een hoofdletter schrijf je bij
eigennamen
Bij namen met tussenvoegsels schrijf je de eerste letter én de hoofdnaam met een hoofdletter:
-mevrouw C. van der Molen-de Jong
Beroepen en functienamen schrijven we met een kleine letter evenals titels:
-professor
-drs
-minister-president
-neerlandicus

aardrijkskundige namen
Ook de afgeleiden en combinaties hiervan schrijf je met een hoofdletter:
-Noordoost-Afrika
-een Duitser
-Franstalige boeken
Deze regel geldt ook voor hemellichamen:
-de Poolster
en rivieren en bergen:
-de Po
-het Andesgebergte
Maar:
-Hij spreekt steenkolenengels (slecht Engels; hier wordt dus geen officiële taal mee aangeduid)
Windrichtingen schrijven we met een kleine letter:
-in het noordoosten, uit het zuiden
Als we er een geografisch, economisch of politiek gebied bedoelen, krijgen windstreken een hoofdletter. We beschouwen ze dan als aardrijkskundige namen.
-In de vakantie gaan we altijd naar het Zuiden.

namen van heiligen
Maar:
-sint-bernardshond (heeft niets met de heilige te maken)

merken
Maar:
-parmaham
-moezelwijn
We denken hierbij niet aan de plaats maar aan het kenmerk. We noemen dit ook wel soortnamen: Coca-Cola (het merk), een colaatje (soort)

titels
-Het boek De kleine blonde dood (titels schrijven we overigens cursief)
We schrijven heilige boeken met een hoofdletter: de Bijbel, de Koran, tenzij we deze boeken zien als bepaalde exemplaren. In dat geval schrijven we deze met een kleine letter:
-Deze winkel heeft een mooie bijbel in de aanbieding.
-Dat is een mooi versierde koran.

volkeren
-de Joden, de Amerikanen
Christelijke groeperingen schrijven we met een kleine letter:-de islamieten, de katholieken

feestdagen
De afgeleiden schrijven we met een kleine letter:
-kerstdagen

belangrijke periodes
-de Romantiek, de Verlichting

Zoeken in deze blog